Voorgevoel

Winterberg, eind maart 2024...

Eigenlijk zou ik in maart vertrekken naar Taizé in Frankrijk en dan vanaf daar richting Assisi in Italië wandelen.

Dat was het plan, de rugzak stond ingepakt. De stokken stonden klaar. Alles klaar voor vertrek. Tickets voor Flixbus, reservering voor eerste nacht.

Toen kwamen de dromen, de nachtmerries, zwetend wakker worden ’s nachts. Dromen over verdwalen, vastzitten. Dromen van chaos. Er niet meer uitkomen, niet meer de weg kunnen vinden. Niet voor- of achteruit meer kunnen.  Vast.

Nu is het april. De lente is nu echt begonnen, de blaadjes komen aan de bomen, de wilde hyacint die bloeit in de tuin. We kunnen weer buiten zitten. Heerlijk. Als ik was gaan lopen in maart dan liep ik nu ook in de lente in Frankrijk of Italië.

Maar ik had die dromen, die nachtmerries. Of was het een voorgevoel? Ik denk van het laatste. Ik zal vertellen waarom.

Voor ik weg zou gaan, had ik nog een afspraak bij de uroloog op 19 februari. Ik was doorverwezen n.a.v. plasklachten ’s nachts. Ik dacht dat dat bezoek een formaliteit was.  Maar het verliep toch wat anders.  Voor de zekerheid moest ik  nog een MRI maken in Roermond omdat de PSA-waardes wat verhoogd waren.

N.a.v. die MRI-scan werden er in VieCuri in Venlo biopten genomen van mijn prostaat.

Ik begon nu zenuwachtig te worden, ook Ans kreeg daar last van. Het zal toch niet…

Voor de uitslag moesten we weer naar afdeling urologie in Venlo. Om een lang verhaal kort te maken: het is prostaatkanker, maar gelukkig ben ik op tijd erbij: geen uitzaaiingen.

Er was ook een oncologieverpleegkundige bij en die legde ook later uit wat de opties zijn: 1. Actief volgen, 2. Operatie, 3. Uitwendige bestraling, 4. Inwendige bestraling (Brachytherapie) 5. Hormoontherapie.

De biopten, die kregen een score en in mijn geval viel daarom eerste optie af, het actief volgen (of surveillance).

Volgens de uroloog is de 4e optie, het inwendig bestralen een “elegante” optie: er zijn weinig bijwerkingen. Er worden 40 tot 100 radioactieve zaadjes ingebracht in de prostaat. Voordeel is dat er weinig gezond weefsel beschadigd wordt.

Ik zit in de gezondsheid-molen! En mijn besluit staat vast: ik laat mij helpen. Ik wil niet dat die tumor, die kanker verder gaat groeien in mijn lichaam.

Dubbel voelt het, want ik heb eigenlijk weinig klachten, krijg medicatie voor het plassen ’s nachts. Niet de moeite waard. Maar er zit wel kanker in mijn prostaat. Onrustige cellen. Een raar idee.  Ik denk er over na en besluit dat ik van dat idee waarschijnlijk angstig en bang zal worden. Ik ken mezelf: nu al denk ik van alles te voelen. Die kanker moét weg!

Op 22 april heb ik afspraak met de Radioloog, dan gaat besproken worden of ik ervoor in aanmerking kom, en wanneer de behandeling kan beginnen.

Geen wandelreis naar Frankrijk en Italië, maar een totaal andere reis ga ik maken óf die reis is al begonnen. Ik ben er positief over, ik heb er vertrouwen in.

Eerst deze Reis maken, ik hoop dat ik in de toekomst toch wel weer een mooie Pylger-tocht te kunnen maken.

En net zoals alle wandelavonturen, o.a. het Pieterpad in 2004  altijd begonnen op Heit’s verjaardag op 22 april, begint ook deze op die datum.  Bij de Radioloog dit keer…

Bij het Kapelke van Genooi ben ik al geweest. “Bidden in nood helpt geen kloot” schreef daar eens een teleurgestelde VVV-supporter. Deze Fryske Pylger heeft er  meer vertrouwen in!

Kepelke van Genooi

                                 🥾🥾🍀🐚🕯️

Een knoop doorgehakt: ik ga niet voorlopig….

18 februari 2024

Landgoed Voorlinde

Een fijn weekend hebben we achter de rug, op bezoek bij mijn broer en vriendin, drie musea bezocht. Gewandeld over het strand bij Bergen.

Met Iza, Daniël en William naar Museum Voorlinde gisteren naar die indrukwekkende tentoonstelling van Anselm Kiefer. Tussendoor had ik nog een puike rugzak gekocht via Marktplaats.

Maar er zit een onrust in me, ik dacht eerst dat het voorpret-zenuwen waren. Maar hoe langer ik er over nadenk blijkt het vooral angst te zijn.

Angst voor het onbekende, angst om de weg kwijt te raken, angst om in paniek te raken, angst om te bevriezen, angst om niet meer thuis te kunnen komen.

De route die ik bedacht heb blijkt moeilijker te zijn dan ik had bedacht. Ik kan geen goede routeboekjes vinden, geen gpx-bestanden.

Overdag denk ik daar niet aan, maar ’s nachts komen die angstbeelden bij me, al weken.

Hartkloppingen, angstzweet. Ik dacht dat het wel over zou gaan ze maar hoe dichterbij maart komt des te meer deze gedachten voorbij komen.

Het gemak waar ik jaren geleden mee gezegend was: “op de bonnefooi en lopen maar…..” lijkt verdwenen te zijn..Toen zag ik ook beren op de weg, maar kon die ook gemakkelijk verjagen.

Of het komt omdat ik ouder wordt, ik weet het niet, maar dit keer neem ik het besluit om niet te gaan voorlopig. En dat geeft rust, dat lucht op. Ik realiseer me dat ik niks moét, ik leg het me zelf op. En waarom zou ik dat doen?

Ik kan ook kiezen om een gemakkelijker route te nemen, bijvoorbeeld alleen in Italië. Niet door de Alpen..

Ik ben opgelucht! Geen blogs over Le Chemin ‘d Assise voorlopig. Maar lange wandelingen en pelgrimstochten zal ik blijven lopen..

Je hoort nog van mij. 🥾🥾❤️

Niet naar Jacobus in Santiago, maar naar Franciscus in Assisi….

Daar gaan we weer…..

8 februari 2024

Weer een nieuw hoofdstuk in mijn pelgrims- bestaan!  Na al dat gepylger en gepelgrimeer richting Santiago de Compostela wordt het nu eens tijd een andere richting in te slaan…

Niet dat klaar ben met de Camino, Nee, ik heb nog zulke mooie paden, routes gezien. Vanaf Sevilla, vanaf Portugal.. De Camino del Salvador…

Maar nu wil ik toch richting Italië. In 2010 ofzo waren we op vakantie in Italië en zijn we een dag in Assisi geweest. Dit heeft toch wel indruk op me gemaakt.

Ik was toen nog niet in Santiago geweest én ik was verbaast hoeveel pelgrims ik daar zag. Zoveel mensen die iets hebben met Franciscus..

En later toen ik naar Santiago liep kwam ik Franciscus en Assisi steeds weer tegen. In Reims troffen we een Belgische mevrouw die op haar gewone damesfiets naar Assisi wilde gaan.  Ze had geen geld bij zich, ze was van plan om overal aan te bellen en te vertellen dat ze onderweg was naar Assisi. Ik vond het maar een raar verhaal en dacht: “Thuis heb je een auto, een huis, een baan én nu ga je bedelend naar Assisi….waarom?”

Nu na twee keer de Camino te hebben gelopen begin ik het een beetje te begrijpen. Ik ben onderweg zo vaak van die mensen tegengekomen, die zo lief, zo aardig voor mij waren, het ging niet om geld, niet om wat te verdienen. Nee, ze respecteerden heel erg wat je deed en gaven daar wat voor terug: een slaapplaats, wat eten, wat drinken, een leuk gesprek.

Al die mensen die van te voren zeiden, dat die Fransen zo arrogant en chauvinistisch waren kregen ongelijk. Zoveel aardige, sociale, lieve Fransen kwam ik tegen. Ze wilden allemaal helpen, ze gebruikten soms Google Translate of een Frans-Engels woordenboek om met me te communiceren. En ik spreek geen Frans hé! Dat is me vooral bijgebleven.

Eigenlijk op de hele Camino. Maar ik heb gewerkt, ik heb thuis alles wat mijn hartje begeerd, dus waarom zou ik die lieve mensen niks geven, dat vond ik een rare gedachte.

Het principe van donativo vond ik mooi: je geeft wat je kan missen, je geeft met je hart.

En zo kom ik ook weer bij Franciscus.

Franciscaanse spiritualiteit betekent dat je aandacht gericht is op de ander en de ander die wij ontmoeten op onze tocht door het leven

.

Uit een reisbrochure:

800 jaar geleden maakte Franciscus lange voetreizen over het Apennijnse schiereiland dat nu Italië heet. Hij hield van de natuur en liep daarom bij voorkeur door fraaie landschappen. Heel veel kerken, kloosters en kapelletjes markeren de plekken waar hij is geweest. De lange tocht gaat zo veel mogelijk over paden en wegen die Franciscus volgens de kenners moet hebben belopen. De tocht begint in Florence en eindigt in Rome, twee steden die hij meermalen heeft bezocht.

De reis gaat door middeleeuwse stadjes en langs eeuwenoude kloosters. Meestal over stille paden en rustige landwegen. Nu en dan is een stuk asfalt onvermijdelijk. 
De route kruist de regio’s Toscane, Umbrië en Latium en slingert over heuvelruggen met mooie vergezichten en  schilderachtige dorpjes en lieflijke valleien.

Nou dat spreekt mij wel aan. En dat landschap kan ik me nog goed herinneren van onze vakantie toen in 2010.

Alleen ik vertrek in Taizé in Frankrijk, het oecumenische klooster, waar ik in 2021 verbleef toen ik onderweg was richting Le-Puy-en-Velay, ik had er drie prachtige dagen met hele leuke ontmoetingen. Een mooie plek om deze tocht te beginnen!

Over Franciscus ga ik  hier verder niet uitweiden: als je er over wilt lezen kijk maar eens op: Google of Wikipedia.

Hij was een interessant figuur, Franciscus is een van de grootste heiligen van de Katholieke Kerk. Zijn radicale liefde voor God en zijn Schepping maakte van hem een ‘alter Christus’ (“een andere Christus”).

Sint Franciscus van Assisi. De heilige die bekend staat om zijn grote respect voor al het leven en dat van dieren in het bijzonder. Naast Franciscus’ compassie voor dieren is er de legende, dat hij met dieren kon praten.

Voor de Franciscanen zijn broederschap en gebed de pijlers van hun bestaan. In hun werk voor kerk en samenleving en binnen de orde kiezen ze steeds de zijde van de kansarmen. Ze bieden hulp aan mensen in nood, komen op voor gerechtigheid en vrede en eerbiedigen de schepping. Dat spreekt mij aan.

Daar wil ik wel een bedevaart voor lopen.

En dat gaat al gauw gebeuren, begin maart is het plan.  Ik ben weer de boel aan het voorbereiden, op het logeerbed ligt alles weer uitgestald.

De reis naar Taizé is al geboekt bij Flix-bus en ik heb me in Taizé al ingeschreven.

Je wil niet weten hoeveel zin ik heb, het wordt weer pylger-tijd!

Tot over een paar weken..

Uit: blog Een zonnige  strandwandeling en verder lummelend naar Renesse. (Dag 7)

Maandag, 12 juni 2023

Jammerlijke mededeling: bijna geen foto’s bij blog. Weer teveel GB’s gebruikt blijkbaar…Op Insta en FB zie je de foto’s…🥲

Renesse, daar ben ik vroeger wel eens geweest, dat was eigenlijk net zoiets als Formerum op Terschelling of Valkenburg in Limburg. Strand, bier en uitgaan! Veel jongeren. Maar dat was in de jaren 70 en 80.

Nu, meer dan veertig jaar later kom ik ik weer hier. Nu met Ans. Geen bier of drank meer, al vanaf juni 2015 niet meer. Eens kijken of ik me nog iets herinner van dat plaatsje, de campings. Ik hoop dat het niet meer zo is als veertig jaar geleden. Geen leuk toerisme was dat…ik kan me voorstellen dat andere toeristen en de mensen van hier daar niet blij van werden.

Maar de horeca verdiende er goed aan, er werd flink bier verkocht door de supermarkten. Toen ik er voor het laatst was was er net een lik-op-stuk-beleid ingesteld: als je je misdroeg hoge boetes. Dat werkte volgens mij.

Maar dat was 40 jaar geleden.

Geen idee of dit soort toerisme nog steeds bestaat. Ik weet dat er jaren geleden nog steeds groepen jongeren vanuit Limburg naar Renesse gingen. Maar of dat nog steeds zo is?

Wij zijn aan de wandel in het hier-en-nu. We vertrokken vanmorgen op tijd in Burgh-Haamstede, beetje vies plekje daar op dat smalle stukje bij het washok: peuken, een oude pleister, papiertjes, zwarte grond. Het was niet nagekeken.

Toch goed geslapen en lekker gedouched. Om acht uur stonden we bij de Aldi voor de deur voor broodjes. Het was er al druk.

Op prullenbak voor Aldi zag ik de volgende sticker:

Je zal er maar zo dicht in de buurt wonen! Ik heb er een foto van gemaakt en gelijk op Facebook geplaatst voor de petitie.

We lopen gelijk daarna de route op en wandelen even later het bos in achter Slot Haamstede. Lekker in de schaduw. Windje erbij. Lekker!

Het is een asfaltweggetje en we schrikken als er ineens een fietsers voorbijkomt. Gelukkig gaan we rechtsaf op een kleiner schelpenpaadje. We lopen ergens een bunker voorbij, je ziet ze nog wel hier en daar die herinneringen aan de tweede wereldoorlog.

In Groede hadden ze die praktisch in gebruik: een speelpark. Dat vond ik eigenlijk heel symbolisch. Maar ik ben van het gebroken geweertje, van wapens omsmeden tot ploegen. Het past is meer mijn levensvisie.

We lopen door, het is nog steeds lekker rustig. We komen in een andere omgeving, het bos uit, de duinen in. Een soort betonweggetje leidt ons naar de hoogste duin. Daar staan twee bankjes, op de bankjes zijn plaatjes vastgeschroefd met namen er op, overleden ouders. Namen en bij sommigen een gedichtje.

Er komen veel mensen met de fiets langs en twee dames komen ook even boven kijken en vragen wat wij doen. Zij zijn hier op vakantie en fietsen elke dag een stuk met de electrische fiets.

We zitten een tijdje en lopen dan het hele brede strand op. Net op die plaats is een soort puist in het water, die doorloopt maar rechts als een soort zandplaat. Op borden wordt gewaarschuwd er niet op te gaan, levensgevaarlijke stroming moet er zijn. We lopen een stuk langs het water, op plekken zakken we wel 5 cm het zand in. Dat is zwaar lopen met de rugzak op.

Maandag 12 juni 2023

Gelukkig zijn er ook harde stukken om te lopen en als we op het punt komen waar de zandbank ontstaat gaan wij naar rechts, waar het strand veel minder breed is. In de verte zien we een strandpaviljoen met badhuisjes ernaast.

Het is bijna etenstijd en we lopen richting badhuisjes door het mulle hete zand, daar gaan we op de veranda van een van die huisjes zitten. De buren ervan komen ook net aanlopen en wij vragen of het een probleem is als we daar pauzeren. Nee, zeggen ze, gisteren waren er Duitsers en die zijn waarschijnlijk weer maar huis. En als ze wel komen, dan ga je toch gewoon!

We zijn er bijna twee uur blijven hangen, lekker in de schaduw, een licht briesje. In de verte de zee, strandgasten, wandelaars.

Zo’n dag, zo’n lummeldag hadden we vandaag. Op een gegeven moment lagen we allebei bijna te slapen. Dat was twee uur later, tijd om verder te gaan.

Weer door het hete mulle zand naar de vloedlijn en met de voetjes in het water doorlopen. Niet tot de eerste duinovergang naar Renesse, maar naar de tweede, waar onze camping is. Die hebben we gisteren gebeld en we kunnen er terecht. Wel is er pas om vier uur iemand bij de receptie.

Bij de duinovergang trekken we de wandelschoenen weer aan en met Google-Maps lopen we richting camping. Veel te vroeg zijn we daar. Er staat een Belgisch echtpaar met een camper en daar raken we mee aan de praat. De mevrouw is heel aardig en in 15 minuten weten we alles over haar, haar man, haar vader, haar zoon, hun camper, hun oude caravan.

Ze staan er ook te wachten, omdat ze besproken hebben, zelfde verhaal: om vier uur is er iemand bij de receptie.

Als Ans met hun naar toiletten gaat komt er een mannetje met een snor op een tractor aanrijden. Ik vraag hem of hij hier werkt en leg uit dat we wachten tot vier uur: dan komt er iemand bij de receptie.

“Oh, je kunt gerust je tentje opzetten op Vak J, plaats genoeg…! zegt hij terwijl hij bezweet zijn laarsen uittrekt. “Kom straks maar terug bij de receptie…”

Nou, lekker gemakkelijk, daar houden we wel van! De Belgen zagen we niet meer, die hadden een plekje bij kennissen.

Wij liepen nog naar Renesse, deden wat inkopen bij de Jumbo, aten kibbeling bij de viskraam en gezochten nog een soort kunsttentoonstelling in de Jacobus-kerk, midden in het dorp.

Tja, als deze pylger Jacobus niet opzoekt, dan zoekt hij mij wel op. Mooi toch. Het is wonderlijk dat ik elke keer die oude Jacobus op onverwachte plekken tegenkom.

Nog kaarsje opgestoken, even stil staan. Denkend aan degene die we lief hebben. Voor hen een kaarsje. ❤️🙏🕯️

.

.

De laatste etappe #CaminoBrabant van Heusden naar de Sint-Jan in Den Bosch..🥲

19 mei 2023

Het duurde gisteravond even voorbij in slaap viel, eerst ging de vriendenclub nog in een rondje zitten toen de kinderen naar bed waren. En veel mensen maken meestal veel herrie. Ineens was het stil, ik denk dat iemand met kinderen er wat van gezegd heeft.

Ik dacht dat het stil was, maar toen de vriendenclub zich niet meer liet horen, hoorde je de muziek uit Heusden, daar was het kermis, dat had ik ‘smiddags al gemerkt..

De eigenaresse heb ik helemaal niet gezien, die regelt normaal de betalingen enz. Die zat op de kermis ergens in een kroeg. Ik belde ze en toen heeft ze een tikkie gestuurd. Lekker makkelijk!

De muziek of wat er op leek ging nog door tot na twaalf uur. Het klonk meer als geschreeuw van een discjockey….daarna viel ik als een blok in slaap. Niet lang, want het was weer koud vannacht. Niet zo koud als eergisteren, maar toch.

Ik viel pas goed in slaap toen ik de muts had opgezet, het lijkt net dat als je hoofd warm is je hele lichaam warmer aanvoelt. Ik sliep tot kwart voor zeven vanmorgen. Toen begonnen de vogels in de boom waar ik onder stond te zingen.

Om acht uur had ik alles opgeruimd en de de rugzak. Bij de washokken was dd eigenaar aan het schoonmaken, een heel leuke vent. Volgens mij hebben ze er ook nog een boerenbedrijf bij. Ik gaf ‘m een compliment, dat het een prachtige camping was. Het washok is zo’n zwart houten schuur met een rieten dak. Allemaal heel basic ingericht, gelakte houten deuren, zwarte hardstenen wasbakken. En buren op het veldje waar ik stond een soort overkapping waar je kon gaan zitten als het regende.

Hij had 40 plekken, caravans, tenten, campers. Voor de fietsende en wandelende trekkers een klein veldje met lange tafels en banken buiten. Echt smaakvol.

Ideale camping voor ouders met kleinere kinderen. Als ze wat groter zijn weet ik niet of ze nog leuk vinden.

Ik nam afscheid van de Groningers, en de fietsers uit Veldhoven en liep naar het oude vestingstadje Heusden.. De route maar volgen, die ging over de stadswallen, wasf nov kanonnen stonden. Ergens zav ik dat er Kasteel gestaan had, er was een soort reconsstructie van gemaakt. Kasteel Heusden was er al in de 12e eeuw.

Ik loop weer door het stadje, maar nu is het stil, de kermis staat er nog, ik denk dat het hele weekend kermis is daar.

Ik loop door de smalle straatjes met de prachtig opgeknapte huisjes en het valt me hier ook op dat er zoveel dikke Audi’s, BMW’s, Mercedessen, Landrovers, Tesla’s voor de deuren staan. Veel electrische auto’s Veel rijkdom. In keer van die plaatsjes zag ik dat. Op vallend.

Ik loop het stadje uit en moet eerst over een fietspad richting kerkhof lopen, daar ga ik rechts af en dan kom ik al in een volgend dorpje: Herpt. Het is vrijdagmorgen na Hemelvaart. Het dorpje slaapt nog, ergens zie ik een boer iemand aanwijzingen geven over waar dat zand moet liggen.

Verder kom ik niemand tegen. Het café is ook nog dicht. Ik loop verder, weer een recht le weg, ik loop over het fietspad. Kilometers rechtdoor. Maar wel met mooie weidse uitzichten. Net zoals gisteren. Ik ben blij als ik na kilometers linksaf kan. Er staan van die grote sterke paarden in de wei, het lijken wel van die Belgische trekpaarden. Ook grote hoofden hebben ze.

Maak er een foto van, dan kan ik dat thuis nog eens opzoeken. Misschien is er ook een Brabants ras? Daar gebruikten ze vroeger vast-en-zeker van die sterke trekpaarden. Al was het om de bierwagen te trekken..

Dit frysk hynder gaat lekker vandaag, net linksaf gegaan, ik kom een dorpje binnen, ik ga een dijk op. Dijkhuisjes. Het dorpje heet Hedikhuizen, echt een lieflijk dorpje en heel stil. Ik loop voor ik het in de gaten heb het dorpje alweer uit. Daar woont zeker de plaatselijke hippie. Er staat voor een leuk huis een Lelijke Eend in een tuin vol kleurige bloemen. Ik waan me in de jaren-70.

Love, Peace. Ban the Bomb, John Lennon, Imagine.

Maar het is nu mei 2023, het wordt weer tijd voor dit soort stemmen. We laten ons met zijn allen opjutten door televisie-generaals en de wapenindustrie. Er moet onderhandeld worden, niet weer een wapenwedloop. Dat hebben gehad na WOII. Niet weer.

Ik wandel en denk en mijmer. Dat hoort bijelkaar. Dat is het mooie van wandelen. Ik loop verder ga een andere dijk op, waar beneden een prachtig huis te koop staat. Dat zal wel meer als een miljoen kosten met die schuren, grond erbij. Prachtig!

Als ik bij de bocht kom, zie ik een picknickbank, tijd om pauze te houden. Jammer! Geen koffie, het gas raakte vanmorgen op. Ik had twee halve blikjes meegenomen en nu zijn ze leeg. Ik heb blikjes cola meegenomen, dat is mijn beloning voor lange wandelingen. Heerlijk.

Er staan twee mensen bij de picknicktafel, een echtpaar. Zij heeft een electrische fiets, hij goede tourfiets. Allebei bepakt met van die fietstassen. Ze zien mijn schelp en vragen of ik naar Santiago ga.

Ik vertel mijn #CaminoBrabant verhaal en laat ook weten dat ik twee keer naar Santiago ben gelopen. Het blijkt dat zij er vorig jaar naar toe zijn gefietst vanaf Nederland. Ze hebben de zware route gedaan via Vezelay. En in Spanje hebben ze de Camino del Norte gefietst. Dat was heel zwaar om te fietsen, veel beklimmingen, soms heel steil.

Zo leuk hé met die pelgrims, pylgers. Als ze aan de praat raken dan worden ze meteen heel enthousiast in hun verhalen. Direct een klik. Ik kan daar echt van genieten. Sommige dingen kun je gewoon niet uitleggen aan een niet-pelgrim. Gek hé? Nu fietsen ze een ronde door Nederland en slapen op campings. Ook zij hebben nog nooit van #CaminoBrabant gehoord terwijl ze uit Kaatsheuvel komen. Ik raad ze aan om de route eens te fietsen. En vertel dat ik deze 13 dagen heb genoten van het Brabantse land. En dat ik niet verwacht had dat het zo mooi was.

Ze fietsen door, ik eet nog wat broodjes en drink nog wat ijsthee, wat ik ook in me had.

Dan volgt een prachtig stuk langs de Maas over een dijkje over de dijk. Zo nu en dan passeert een fietser. Mensen op een electrische fiets of een gewone fiets groeten, mensen op een racefiets niet. Daar kwam ik vandaag achter, uitzonderingen daargelaten.

Ik groet iedereen en als ze niet teruggroeten kan ik wel eens roepen: “Dan niet!” Vandaag had ik dat veranderd in: “Hoeft niet hoor!” Dat vond ik beetje vriendelijker.

Op plekken grazen er schapen op de dijk, op plekken staat de hele dijk vol bloemen: fluitekruid, zuring, boterbloemen, klaver, een soort paardebloem met lange steel, weet niet hoe die heet.

Alles bijelkaar is het een mooi kleurenpallet: wit, geel, groen, rood en paars. Ik word er blij van. Op de achtergrond de rivier de Maas. Vraag me af wat er aan de andere kant van rivier is: welke provincie? Net even nagekeken: het is Gelderland. Toch raar, want gisteren zag ik een paal met Brabant-Holland…

Ahh, ik zie het al: bij Gorinchem en Slot Doevestijn is een soort drie-provincie-punt: Zuid-Holland, Gelderland en Noord-Brabant. Niet zo heel ver van Elshout, waar die paal stond.

Ergens ga ik de dijk af en loop richting van het dorpje Bokhoven. Als ik dorp binnenloop wenkt een man me. Ik zie dat er in de tuin een soort Kapelletje is met Maria.asr hij wijst naar het paaltje. Er zit zo’n grijze koker achter geplaatst. Ik had het nog niet gezien in de beschrijving en de man maakt me er op attent. Toch leuk.

Hij had al anderen gewaarschuwd zei hij. Ik bedankte ‘m en liep verder. Weet een prachtig dorpje. Heel oud, er had een kasteel gestaan, de resten zie je nog. Maar zd hebben achter die muren nieuwe huizen gebouwd: ik vind het als een tang op een varken. Het slaat nergens op. Die architect moet wel vrindjes hebben bij de welstand-commissie, dat kan niet anders.

Alles in het dorp is zo mooi, zo oud en dan bouwen ze lelijk nieuwe woningen achter die oude vesting of kasteelwal….raar.

Ik loop daarna nog lang over de dijk, passeer nog een Veerhuis, wat nu restaurant is. Jammergenoeg gesloten, ik had wel zin in een kleine pauze. Dan maar doorlopen. Vanaf Hedikhuizen heb ik op de dijk Den Bosch in het vizier, heel in de verte zie ik de flats liggen. Nu kom ik gelukkig wat dichterbij.

Ik kom langs Engelen, waar een geel nieuwe wijk is gebouwd, veel appartementen, beetje kasteelachtig. Misschien als compensatie van dat geknoei in Bokhoven?

Ik moet een brug over een sluis over, er staat een kleine file van auto’s en motoren. Ik loop ze allemaal voorbij en passeer de sluis en sla rechts af. Ik kom meer wandelaars tegen, er lopen meer paden hier zo te zien. Vanaf dit pad komen m ik weer bij water en dijkjes.

Als ik onder een snelweg ben gegaan en een bochtje omga zie ik ineens de Sint-Jan in de verte. Mijn einddoel van deze 13 dagen lange tocht. Ik ben blij. Het is letterlijk mooi geweest. In de beschrijving staat dat ik nu 15 km heb gelopen, tel daar nog maar drie bij door het lopen vanaf de camping. Nog een kilometer of zes, zeven.

Ers staat een oude omgevallen boom, ik ga hier pauzeren, schoentjes even uit, blikje cola, Krentenbollen, bruine broodjes, smeerkaas. Nog ijsthee, ik heb best wel dorst. Het was ook warm vanmiddag.

Zeker half uur pauze, daarna heel mooi stuk door de natuur, er zijn veel ganzen en er lopen Koningspaardjes rond met veulens. Heel mooi.

Daarna kom ik in het dorpje Orthen, wat aan Den Bosch vast ligt. Bij het grote Kerkhof kan ik mijn stempelkaart stempelen in de Kapel daar.

Net zoals elke dag zijn de laatste loodjes weer zwaar. Ik mis in de stad weer markeringen, met gpx lukt het niet altijd en op goed geluk loop ik zo naar de Sint-Jans Kathedraal. Het is druk in Den Bosch, ook in de Kathedraal. Ik zet de laatste stempel denk ik, maar als ik later bij het winkeltje vraag hebben ze een veel mooiere: dat is mijn laatste! Van de Kathedraal. Ik laat de man gelijk eentje zetten in mijn Santiago-Credential.

Ik ga nog even zitten in een bankje, even stil, even mijmeren. Nog drie kaarsjes aan voor Soete Lieve Vrouw, voor Oermoeder, voor Gaia.

Want ik ben wel een man, maar ik erken de kracht van de vrouw. Vrouwelijke kracht. Daar kom je verder mee dan die patriarchale samenleving. Dan verandert er wat.

Nou, de tocht is gelopen, ik heb genoten! En ik kan het anderen aanraden om ook eens in Brabant te gaan wandelen.

Weer kom ik tot de ontdekking dat je wandelend toch een betere kijk krijgt van de provincie, de streek, de plaatsen. Je ziet gewoon veel meer schoonheid, waar je in auto of fiets aan voorbijrijd. Langzaamaan. Dat is het woord.

Misschien is dat wel wat er mist in deze moderne samenleving, van sociale media, internet, televisie. Alles is snel, alles moet snel.

Verlangzamen doet je dan goed, lopen op de menselijk maat, je eigen snelheid. Dan kun je alles ook beter opnemen: dan is het genieten genot.

Want ik heb genoten.

#CaminoBrabant: etappe 12: Hemelvaartsdag van Kaatsheuvel naar Heusden.

17 mei 2023

Toch weer koud gehad vannacht, als ik thuiskom ga ik dat fleece dekentje dubbelvouwen en dan aan twee kanten dichtnaaien. Dan heb ik een warme binnenslaapzak. Die van Decathlon is voor de zomer goed, misschien zelfs te warm. Maar niet voor temperaturen rond de vier graden zoals deze week een paar keer.

Toch op tijd wakker vanmorgen. Het gebruikelijke koffie-ontbijt-opruim-inpak-ritueel. Het gaat iedere dag sneller en handiger. Het scheelt wel een stuk als het droog weer is. In de regen is het afschuwelijk om je rugzak in te pakken als er geen schuurtje of zoiets in de buurt is.

Voor acht uur liep ik de camping af. Lekker rustige mini-camping. Prima! Gisteravond kwam er nog een jonge met de fiets, maar die ging daarna Kaatsheuvel in, die heb ik niet meer gezien.

Verder op het veldje kwamen gelijk met mij oudere mensen met een caravan, Duitsers. Ik heb met verbazing zitten kijken hoe stressvol dat is, zo’n voortent of luifel er voor te hangen.De man begon zelfs te schreeuwen tegen zijn vrouw… Toen de hele handel stond keerde de rust terug op het veldje.

Daarna kwam er nog een Belgisch gezin met de tent. Toen Stewart weer naar huis ging werd er nog een opblaasgeval neergezet voor de kinderen. Die speelden er fijn en rustig op, alleen er was één vader die ging helemaal los, schreeuwen, roepen en de kinderen vonden het volgens mij helemaal niet leuk.

Om een uur of negen was het afgelopen en keerde de rust terug op de mini-camping, bij mij helemaal. Om tien uur lag ik te slapen.

Maar ik was bij vanmorgen…ik dwaal af. Ik dacht ik loop eerst naar de kerk en scoor me daar een stempel. Bij de Johannes-de-Doper-kerk aangekomen zag ik een bordje staan dat het Stiltecentrum pas om 9 uur open ging.. Het was kwart over acht. Balen.

Nou, deze etappe is niet zo lang. Laat ik maar even wachten, ik ging op stoepje zitten, liep nog even over het kerkhof, liep weer naar de deur, rammelde daar wat aan. Ik hoorde geluiden in de kerk, een stofzuiger of zo. Nog een rammelen, het was ondertussen kwart voor negen. En daar hoor ik een stem: “Is daar iemand?” Ja, ik sta hier! Ik wil graag een stempel. Een aardige mevrouw doet de grote kerkdeur open. “Gij zijt niet de eerste die hier veur de deus staat veur unne stempel!” zegt ze. Laatst heb ook al eerder de deur open gedoan..”

Ik bedankt ze en stempel dat het een lieve lust is. Bij gisteren, bij vandaag. Ikke blij. We nemen afscheid,ik steek nog een kaarsje aan en loop door Kaatsbergen richting Efteling. Al gauw genoeg zie ik die mega-parkeerplaatsen met zonnepanelen er over, ik zie van die zevenmijlslaarzen met Efteling erop geschilderd. Nou, een rare Hemelvaartsdag hier.

Ik steek het pad over waar de bezoekers binnenkomen, een stroom mensen echt. Het park is denk ik net open. Nu loop ik eens aan de andere kant van het hek. Ik zie de achterkant van Fata Morgana, van die houten achtbaan en die andere achtbaan. Ik ben blij dat ik aan deze kant van het hek loop. En die mensen en de kinderen helemaal dat ze een dagje Efteling doen. Ieder zijn ding hé!

Als ik bijna het terrein voorbij ben (en dat duurt even) zie ik man en en vrouw achter een tafeltje staan met appelflappen, bananen, frisdrank. Ik mag gerust wat pakken zeggen ze. Ze staan er voor een wielervereniging die hier een soort Kennedy-mars op de fiets doen. En dit is de verzorgingspost. Nou, dat komt goed uit, want ik had voor vandaag geen bananen meer in de rugzak. En die eet ik altijd voor de magnesium. Tegen kramp.

Ik moet mijn pylger-verhaal weer vertellen en mensen reageren er altijd heel leuk op. “Nou, niks veur mij, das toch wel ver!”

Met twee dikke bananen in de rugzak loop ik verder. Ik ga de snelweg over en kom in de Drunense en Loonse Duinen terecht. Eerst een heel stuk bos. Ergens staat een monument, omdat er in de oorlog hier een Duits kamp is geweest, met bunkers, munitie. Op het eind van de oorlog hebben ze dat allemaal opgeblazen. In de verte omtrek waren er ruiten kapot gegaan van de ontploffingen..Het monument was ook voor de gevallenen in de oorlog. De bloemen van 5 mei stonden er nog.

Toen ik verder liep zag ik inderdaad een soort bomkraters in het bos, nu stond er water in, maar je kon het nog zien.

Toen ik stukje verder even pauzeer de op een omgevallen boom attendeerden twee meiden me dat ze reeën gezien hadden. Ik had er niks van gemerkt. Teveel naar bomkraters gekeken denk ik.

Weer een stukje verder kwam een meisje met een paard aangereden. Een Fries net als mij. Ik vroeg of ie ook een Friese naam had: Gurbe of Jouke of Tjitse. Nee, het was een merrie en ze heette Anna. Ook een heel mooie naam.

Zo ben je even aan de wandel en heb je overal aanspraak en gesprekjes. Ik heb het eerder gezegd; dat is het leuke van wandelen.

Ik was nog niet bij het paard en de ruitster of hoe noem je dat weggelopen of er volgde alweer een gesprekje met een echtpaar, die ook dezelfde etappe liepen van #CaminoBrabant. Of ik Andries was? Ja, hoe weten jullie dat? Nou, ik had in het boekje bij die stempel in de kerk van Kaatsheuvel iets geschreven en dat hadden ze gelezen. Dus ik moest wel Andries zijn.

Toen we over Camino’s gingen praten vertelde de vrouw dat ze dat boek “Camino” had gelezen, een thriller die zich afspeelt in de buurt van Aubrac, op de Weg van Le-Puy. Ik heb er over gehoord en en wil het ook nog lezen.

Ik wilde niet hele tijd samen lopen, dus ik heb gezegd liever alleen te willen lopen. Ze liepen voor me en ik ben stapje rustiger gaan lopen.

Even later kwam ik echt in de duinen, zandverstuivingen. Omdat je daar alleen op gpx kunt lopen is dat lastig omdat de paden wat onduidelijk zijn. Ik raakte van het spoor, veel mul zand en omhoog. Zwaar..

Toen ik ergens ging rusten, zag ik onder een omgevallen boom vier halve liter blikjes bier liggen en papier. Ik ergerde me. Maar kon het niet laten liggen. Omdat ik geen plastic zakken meer had de rotzooi in zo’n nylon winkeltadje gedaan, gadver…er lekte nog oud bier uit.

Over mijn rugzak, waar ik het aan had gehangen. En het maakte ook nog herrie. Een lucht van oud bier en rinkelende blikjes. Daar kwam een pylger aan. Tot overmaat van ramp was ik ook nog op een mountainbike-pad beland. De fanatieke mountainbikers kwamen in grote getale me tegemoet en niemand lachtte me toe. Zo van: “Oh, U ook hier Mijn Heer de Pylger!” Nee, ze hadden een blik in hun ogen van: “Rot Op Man Met Rugzak, ga ergens anders recreëren..”

Ik ken beide kanten van het verhaal, want ik zit ook wel eens op de mountainbike en ga dan ook dat soort paadjes in. En ik vind het dan ook niet leuk een wandelaar tegen te komen. Maar dit was per ongeluk, door die stomme gpx. Waar ik niet van hou.

Nou, om een heel lang verhaal kort te maken: ik was blij dat ik weer in een normaal bos belandde, er weer markeringen waren, er een prullenbak stond, waar ik die vieze blikjes kwijt kon. Er kwam een lange rechte weg. Even rust na al die vermoeienissen, ergernissen, stress. En dat op Hemelvaart.

Daar zag ik ineens het echtpaar weer,die kwamen van rechts. Aha, een Kapelletje. Gewijd aan Hubertus. Prachtig beeldje, mooie glas-in-lood-ramen. Ik moest gelijk aan Ans haar vader denken: Hub. Ik stak er drie kaarsje op. Net zoals ik in Frankrijk altijd deed.

En weer verder. Zoals gewoonlijk, er moeten wel 23 en nog wat kilometers gemaakt worden vandaag. Maar het is nog vroeg. Het echtpaar zie ik niet meer,ik denk dat die ergens koffie drinken ofzo. Ik denk dat ik Druten inloop, maar net ervoor ga ik naar links. De route loopt langs een watertje en het is er mooi. Fluitenkruid, boterbloemen, zuring, weegbree. Een kleurenpracht overal. Er komen elke dag weer andere bloemen bij, nu ineens de zuring, maar ook de paarse klaver.

Het is een zandpad wat helemaal langs Drunen loopt, dat merk je want er zijn veel mensen die er de hond uitlaten. Ergens merk ik dat ik verkeerd ben gelopen. Ik vind met gpx weer de route. Als ik op mijn klokje kijk zie ik dat het half een is: etenstijd. Ik kom dan net uit de bosjes en loop naar een sloot met boterbloemen en knotwilgen. Heel Nederlands.

Daar zet ik mijn koffietje, smeer wat Krentenbollen met smeerkaas en eet nog wat overgebleven paprika. Genieten in het zonnetje met een grote G…

Een half uur zit ik daar, er komen meer wandelaars voorbij en als ik vraag of ze ook #CaminoBrabant lopen blijkt dat ze daar nog nooit van hebben gehoord. Nee, ze oefenen vandaag voor de Vierdaagse. “Ja, dat oefenen hoort er ook bij”, zeg ik..

Ik ga verder, de schoenen eerst weer aan, want het werd een beetje broeierig daar in die Lowa’s,vooral door dat geloop door het mulle zand in die zandduinen.

Ik kom op plek en zie dat het een Rivierenland schap is, ik loop over een dijk. Even later kom ik in Elshout. Bij de ingang van het dorp zie ik dat het de grens met Holland is. Er staat ook mooi kunstwerk.

Elshout blijkt een heel langgerekt dorp te zijn. Er staan prachtige schilderachtige boerderijtjes en verderop zie ik een mooie Maria-Kapel. Het lijkt wel een soort Bedevaartsoord, want er komen veel mensen, veel, ouderen op de fiets. Of ze worden gebracht. Ik scoor me er een stempel en neem ook daar even mijn rust.

Dan zet ik de rugzak weer op, in de beschrijving staat dat ik wat kan gaan drinken in “In Den Gekroonde Hoed”, die ook een stempel hebben, maar ik heb geen zin om op zo’n druk terras te gaan zitten. Ik loop door.

Er volgt veel asfalt, een kaarsrechte weg. Maar wel in zo’n ruim Nederland landschap. Ik vind dat niet erg. In een bos lopen vind ik veel saaier. Zo’n open landschap verveelt nooit. Er is altijd wat te zien, de wolkenhemel verandert terwijl je er naar staat te kijken. Ruimheid, weidsheid. Ja,daar houd ik al diep-fries wel van. Ook deze weidsheid is dus in Brabant te vinden!

Ik bereik Heusden al op tijd, besluit om eerst naar de camping te gaan. Het is zo’n gezins-camping. Veel vriendenclubs, die samen met hun gezinnen kamperen. Die stoelen staan gezellig in grote kringen. Niet een stille camping. Maar wel gezellig. Ik sta op een veldje met meer kleine tentjes. Fietsers uit Veldhoven, een Pipowagen met twee Groningers en nog drie tentjes.

Bij het Touristen-Bureau in de oude vestingstad haal ik nog een stempel..Net op tijd,want een half uur later sluiten ze. De mevrouw achter de balie zegt dat ze me al verwachten. En dat ze had verwacht dat ik een rugzak op had. Ik kijk verbaast en dan vertelt ze dat het echtpaar een tijdje ervoor bij haar was geweest en hadden vertelt dat ik er aan kwam.. Leuk hé?

Morgen de laatste dag alweer. Nog van Heusden naar Den Bosch. Naar de Sint-Jan. Waar ik op 2 mei aan deze #CaminoBrabant begon.. Het is me goed bevallen, ik ben onder de indruk geraakt van het Brabantse land. Nooit geweten dat het er zo mooi was, zo’n verschillende landschappen. Die riviertjes, die kronkelweggetjes, die boerderijtjes.

Maar ook industrieterreinen, snelwegen. vliegvelden, militaire gebieden, helicopters, militairen in de stad. En dat raaigras. Maar de bermen maken veel goed in mei. Overvloed aan bloemen, planten.

Nog wat: ik heb in de afgelopen 12 wandeldagen nog nooit zoveel Maria’s gezien. Zelfs op mijn twee Camino’s zag ik niet zo veel als ik in 13 dagen in Brabant heb gezien.

Mij spreekt die Maria-verering aan, ik vind dat wel wat hebben. De moeder, ús mem, Maria-maand Mei: alles kwam samen deze afgelopen drie weken. Ik moet ook steeds aan dat beeldje denken op het Catherijnen Convent met de Maria-tentoonstelling. Het eerste beeldje wat je daar zag was niet Maria. Nee, het was een beeldje van de Oer-Moeder: Gaia.

Zij is de oermoeder, de Aarde, die ontstond uit de Chaos aan het begin van de dingen.

Ik begrijp heel goed de behoefte van mensen om troost te zoeken bij een moeder, hoe je haar ook noemt: Maria, Gaia.

Nu even genoeg, morgen nog een dag. Oant moarn!

#CaminoBrabant. Etappe 11: van Ulvenhout (Breda) naar Kaatsheuvel… (laatste 8 km met auto)

17 mei 2023

Wat een geweldige dag weer. Die begon wel erg koud vannacht. Ik werd weer wakker zo koud was het, ik had lange broek, t-shirt, trui en vest aan, sokken aan en een muts op mijn kop.

Gisteren nog gekletst met Ingena, de fiets-pelgrima. Die had haar eerste nacht in Leiden geslapen en het ook zo koud gehad. Maar zij had thermokleding mee. Ik heb die verdorie thuis gelaten. Vorige week zat die nog in de rugzak. Ik dacht: die ijsheiligen zijn bijna voorbij, het moet kunnen. Niet dus….

Ze is al lang bezig met sporten, fitness en omdat ze net met pensioen is gaat ze deze Camino naar Santiago doen. Heel veel mensen, ook haar kinderen volgen haar. Op Polarsteps, maar ze bellen haar ook. Ze had een spiksplinternieuwe Garmin bij zich, maar die werkte niet naar behoren. De hulplijn werd gebeld, een zoon of schoonzoon.

En zo leuk, het straalde helemaal van haar af, zoveel zin had ze in haar pelgrimstocht. Ik kan daar ook weer van genieten, ik weet hoe dat voelt. Alleen, fietsen of wandelen, gewoon gaan en kijken waar je ’s avonds weer uitkomt. Kletsen met mensen onderweg of niet. Soms dagen alleen met jezelf, met eigen gedachten.

Soms is dat fijn, soms komen je bij verdriet uit of bij karaktertrekken van jezelf die je niet zo prettig vind, bijvoorbeeld die rommeligheid altijd bij mij. Ik maak er wel grapjes over, maar kan er zelf vaak helemaal niet om lachen.

Ingena heeft beter dan mij geslapen vannacht, maar vertelt dat ze het ook koud heeft gehad.

We ontbijten nog samen aan de picknicktafel, ik moet er aan wennen om mijn ontbijt-opruim-inpak -ritueel zo te delen met iemand anders. Rommelig ben ik dan, ontbijten, koffie drinken en gelijk inpakken. Gelukkig at Ingena ook alleen maar wat crackers en dronk ze kop koffie.

Afscheid nemen, een pelgrims-hug voor collega-pelgrim en weg was ik. Toen ik aan de andere kant van de heg was riep ik nog: “Steek je wel een kaarsje voor me aan in Santiago?” Hoeveel mensen hebben mij dit onderweg op mijn Camino’s wel niet gevraagd. Nu vraag ik het.

Ik ben zo Ulvenhout uitgelopen, gisteren had ik alles al bekeken. Het is druk, ochtendspits om acht uur. Ik loop zo door en zie een bord met Breda. Ik denk dat ik al in Breda ben maar het blijkt Ginneken te zijn, een heel leuk hip plaatsje wat aan Breda vast ligt. Hippe winkeltjes, terrasjes, gezellig.

Ik kan het niet laten en koop ergens een coffee-to-go, een lekkere cappuccino,die ik onderweg opslurp uit het bekertje.. Hé, lekker zo ’s morgens.. beter dan die oploskoffie van mezelf.

Ik loop door en kom dan echt in Breda terecht. Ik ken de stad nog een beetje van tien Iza er woonde. Ik snap wel dat mensen het een heul leuke stad vinden. De stad heeft wat, heeft allure. Sommige steden hebben dat.

De stad ontwaakt, veel winkels zijn nog gesloten, maar er loopt al genoeg volk rond. In het centrum helemaal,het lijkt of ze daar iets aan het opbouwen zijn. Een festival?

Ergens achter een paar bomen in een winkelstraat is een prachtige Maria-Kapel. Echt heel mooi en heel oud. Ga er even zitten. Even stil. Kaarsje aan. Even rust. Ik geniet in deze drukke stad van de stilte, van de mooie glas-in-lood-ramen. Het is heel donker en het lijkt of de kaarsen de enige verlichting is. Mooi!

Dat is toch mooi met deze Pelgrimstocht, dat ik zo blij verrast wordt door die Kapelletjes en vooral het stil zijn eventjes.

Ik ga naar buiten en loop rechtstreeks naar de Grote Kerk, nu protestant, maar voor de Reformatie een Katholieke Kerk. Ik krijg er een stempel van een vrijwilliger. Als ik ‘m vraag of dat Jacobus is op die muur, een heel oude beschildering zegt hij dat het Christoffel is.

Die lijken soms toch wel op elkaar, de heiligendagen zijn 24 en 25 juli. Ze hebben met elkaar te maken. Christoffel: Beschermer van de reizigers. En Jacobus voor de pelgrims.

Ik loop wat rond in de heel oude kerk, eris nu moderne kunst tentoongesteld, wel mooi in zo’n oud gebouw. Indrukwekkend.

Ik moet verder, want ik wil vandaag toch graag in Kaatsheuvel aan komen. Niet om de Fata Morgana of Droomvlucht te zien, maar om daar een camping te zoeken. Het wordt een heel lange dag vandaag. Eerst die kilometers van Ulvenhout naar centrum Breda en daarna nog 27,6 km naar Kaatsheuvel. Meer dan 36 kilometer….Misschien vind ik ergens voor Kaatsheuvel een camping? Ik kijk wel.

Ik verbaas me weer over de schoonheid van de stad Breda. Ergens kom ik in een straatje en zie links van me een Bagijnehofje. Prachtig. Ik loop het hofje in en zie er een Kapel en waarempel: een stempel. Ik had de beschrijving nog niet niet gelezen en kom er zelf bij uit. Een prachtige manier van wonen is dat toch? Al die woninkjes zo in de rondte om een Kapel heen en met een mooie tuin in het midden.

Ik ga het straatje weer in, mis ergens een markering en ga dan maar op mijn eigenwijze manier door Breda richting Teteringen, ik ga ergens een spoor over en moet dan een hele rondte lopen om beneden te komen. Daar is de afslag naar Teteringen en staat ook weer een klein Kapelletje. Met een stempel in zo’n grijze buis. Ik blij! Heb ik alleen van Breda al vier stempels, de kaart is bijna vol.

Ik rust even op een bankje en drink wat. Het is warm. Trui uit én weer verder. Ben net Breda uit. En het is elf uur. Dat schiet niet hard op.

Het is een kasseien strook bij Teteringen, ik loop niet over het fietspad, want dat is erg smal. Gelukkig is er een strook zand naast de kasseien. Moet aan Parijs-Roubaix denken. Die fietsers pakken dan ook vaak de strook naast de kasseien, vooral als het nat is.

Ik heb geen last meer van de regen of van gladheid, de strook is eerder wat stoffig en mul. Gelukkig stopt de strook en wordt het een zandpad.

Verderop ga ik onder een snelweg door. Ook zie ik weer het spoor lopen, waar ik net overheen ben gegaan. Nou ben ik echt de stad uit. De route gaat slingerend richting spoor, daar moet ik verder langs lopen. In de tijd dat ik er loop passeren er misschien wel 15 Intercity’s.

In Breda had ik al gemerkt dat mijn rugzak kletsnat was, ik was al bang dat er een drinkfles lekte, bij contrôle bleek dit niet het geval. Dan was het de tent, die ik vanmorgen echt kletsnat in een zak had gedaan. Het water voel ik gewoon lopen langs mijn benen en mijn rug is er nat van.

Het is ondertussen al een uur, tijd om te eten en wat koffie te zetten. Bij een laurierheg om volkstuintjes hang ik de tent te drogen. En ga lekker appelflappen en krentenbollen eten, ondertussen koffiezettend. Als er een windvlaag komt waait verdorie mijn campinggaz met water om. Nou, nog een keer.

Lekkere lunchpauze en de tent is zo droog, dat scheelt heel wat gewicht, ik moet nog ver. Ik pauzeer ongeveer een half uur. Niet langer, want ik ben dan altijd bang om stijf en strak te worden.. (dat was ik wel vanmorgen toen ik uit de tent kwam….)

Van Ans kreeg ik een appje dat haar lieve neef Stewart mij op wil zoeken. Hij woont hier in de buurt in Dongen en is nu nog aan het werk in Sliedrecht. Hij wil met zijn electrische fiets mij opzoeken. Leuk!!

Ik app met ‘m waar ik ben en we houden contact. Ik ruim de tentenboel op en stop die droog in de zak. Alle eten en gasstel weer in de rugzak en ik kan vertrekken. Al gauw kom ik door het plaatsje Dorst. Achter een grote dijk is een gloednieuwe nieuwbouwwijk gebouwd, echt prachtige woningen. Als je er doorheen loopt kom in het bos. Bij een afslag is een Vredeskapelletje, er staan namen van Poolse soldaten in die omkwamen bij bevrijding van Breda. Ook oorlogsslachtoffers hier in de buurt. Daar had ik wel eens over gehoord dat Breda door Polen is bevrijd.

Het is een lange wandeling door het bos naar Dongen, wel een prachtig bos. Eerst veel loofbomen en later meer gemengd bos: sparren, berken, eiken. Van alles wat. En mijn pad loopt er wat slingerend door heen.

Stewart appt dat ik wel bij ‘m thuis kan komen, maar ik app terug dat ik nog ver moet naar Kaatsheuvel. We spreken daar wel iets af. Ik loop door en kom nadat ik een grotere weg heb gepasseerd in de buurt van Dongen.

Weer kom ik op zo’n pad waar waarschijnlijk vroeger een trein of tram heeft gereden. Blik op oneindig ver weer. Dat kan ik heel goed als ik lange afstanden loop. Anders hou je dat niet vol. In mijn verre gedachten droom ik over mooie verre stranden en zonsondergangen. Soms droom ik zelfs dat ik er ben.

En dan vliegt de tijd hé. Ben je zo weer 10 kilometer verder zonder dat je ’t in de gaten hebt. Alleen maar wat hebt gedroomd.. De valkuil is dan wel vaak: dromen en oplettend kijken gaat niet samen: ik mis dan soms de markering.

Vandaag gelukkig niet. Gelukkig ga ik rechtsaf en laat die saaie spoorbaan achter me. “Ik ga als een trein” zette ik nog op Facebook toen ik net voor Dorst zat te picknicken..

Een bochtig zandpad gaat langs een paardenwei en denkend aan kammeroad Peter ga ik verder. Daar kom ik bij een water, ik rust er even uit. Kijk op de kaart. Nu bén ik vlak bij Dongen. Ik app Stewart waar ik ben, hij is eerder gestopt met werken en komt deze kant op.

Het water moet ik over en dan kom ik op een weg richting ’s Gravenmoer. Heb op de kaart gekeken dat het nog 12 km is naar de camping in Kaatsheuvel. Aan de weg staan mooie boerderijtjes en het landschap wordt wat kaler, wat meer uitzicht. In de verte zie ik een watertoren. Maar de weg is weer recht en lang.. Stewart app ik dat ze in Limburg zeggen dat het zich lang trekt én daar hebben ze gelijk in. Het trekt verrekte lang.

Vlak voor ’s Gravenmoer ga ik gelukkig linksaf en kom nog aan de praat met twee mannen die daar het gras staan te maaien. Ze moeten lachen als ik vertel dat ik een Fries ben die in Limburg woont en in Brabant wandelt. Eentje zegt dat hij een in Friesland is geweest en det ’t doar verrektes mooi was! Nou dat hoor ik graag vanzelf. En ik vind Brabant ook heul mooi, as ge det mar wit!

En terwijl we grappen makend over wie er thuis de baas is afscheid nemen komt er ineens een witte Ford aanrijden, een heule mooie. Die stopt én wie zit daar: Stewart. “Zal ik je brengen?” vraagt hij, die lieve sneef van Ans.

Tsja, ik ben wel een pylger, maar ik ben ik ook een mensch. En 37 km is wel heul ver. Er zijn grenzen. De Kennedymarsen zijn gelopen. Dat hoeft niet meer op je 67ste. Écht niet.

Rugzak en stok achterin, ik voorin. Verontschuldigen dat ik stink als een otter. Stewart brengt me naar Kaatsheuvel naar mini-camping De Hoefstal. Ik ben blij en zeg ‘m dat ook. Al voor drie uur sta ik op de camping. Een pylger hoeft niet Roomser dan de Paus te zijn. Toch? Of heb ik nu gezondigd? Alleen God weet dat.

En het mooiste is dat die lieve neef van Ans op het eind van de middag nog langs kwam op zijn nieuwe electrische fiets met lekkere Marokkaanse salade, kaasbroodjes, donuts en blikjes cola.

Toch geen Fata Morgana? Maar wel een Droomvlucht..( in een mooie witte Ford).

Oant moarn: nog twee etappes te gaan…

#CaminoBrabant: etappe 10: van Baarle-Nassau naar Breda….uh.. De Ulvenhout…

16 mei 2023

De bedoeling was om naar Breda te wandelen vandaag. Vroeg opgestaan vanmorgen, kwart voor zeven was ik al in de weer met pannetjes heet water, yoghurt met müesli, matrasje oprollen, slaapzak in de zak. Tent leeghalen.

Het dagelijkse gedoe ’s morgens vroeg. Alles rustig aan gedaan, om half acht verliet ik de camping. Onderweg naar Baarle-Nassau kwam ik de eigenaresse nog tegen. Die was ook al vroeg in de weer.

Vlak voor Baarle-Hertog of Nassau kwam ik een man tegen met een hondje. Hij sprak me aan, hij had me al in de verte aan zien komen lopen met de rugzak. Hij vertelde dat hij Nederlander was, maar sinds een paar jaar Belgisch staatburger. Ja, dat ik kan als je in zo’n enclave woont. Stukjes zijn Belgisch, andere stukjes weer Nederlands. Een soort legpuzzel.

Ik had het idee dat hij Belg was geworden omdat die eerder met pensioen mogen. Met 65. Maar hij had altijd in Nederland gewerkt en hij kreeg zijn Nederlandse pensioen en AOW pas als hij 66 en tien maanden werd. Belachelijk eigenlijk hé, die verschillen in EEG-landen.

Nederland is weer het braafste jongetje van de klas. Ik snap nog steeds niet waarom er in Nederland niet meer actie is gevoerd tegen dat langer werken. Net zoals in Frankrijk. Nee,in Nederland gaan we polderen.. Zelfs de vakbonden…

Ach, laat ik er maar over ophouden, want het is niet goed voor mijn bloeddruk.

De man vraagt me wat doe en ik vertel ‘m over de #CaminoBrabant. Hij vraagt hoeveel kilo ik op mijn rug heb, ik zeg: “Ongeveer 15 kilo”. Dan begint hij over zijn rug, dat hij afgekeurd is.

Hij vertelt me nog wel dat verderop een Kapel is, die heb ik gisteren gemist. Dus loop ik eerst daar nog even daar naar toe. Ook las ik dat er toch een stempel in de Belgische Kerk moest zijn, dus daar ga ik ook nog even langs. Helaas is de kerk nog gesloten. Jammer. .

Ik loop zo Baarle-Nassau en Hertog uit. Een gek dorp met die Belgische stukjes. Overal Vuurwerkwinkel, tabakszaken. Dat is goede handel.

Ik ben weer blij als ik de stilte weer inloop, het is weer zo’n weg zonder end… .Kilometers alleen maar recht vooruit.

Maar gelukkig wel in een prachtige omgeving en ook nog eens met mooi weer. Dat had ik gisteravond en vannacht niet gedacht. Het regende, het stormde, het was koud. Ik ben om drie uur wakker geworden, zo koud was het.

Heb het fleecedekentje waar ik normaal op lig over mijn slaapzak gelegd, zelfs met broek aan, sokken aan en een vest nog steenkoud..

Toen ik wakker werd vanmorgen was het droog, de zon scheen. Heerlijk. Wel waait het zo nu en dan hard.

Met lopen heb ik mij trui alweer uitgegooid, t-shirt, korte broek en lopen maar.

Ergens kom ik op een plek, waar een groot recreatiecentrum is, allemaal houten bungalows.. Capfun of Ponderoda. (Dat was toch een tv-serie uit de jaren 70? Of was het het huis van Bonanza? Het waren in ieder geval cowboyachtige taferelen. Net zoals High Chapperal en Rawhide.

Nou, geen cowboysfeer daar bij dat bungalowpark, wel een zwembad met van die grote glijbanen. De mensen van nu moeten geamuseerd worden. Dat kunnen ze zelf niet meer zo goed. Hoe zou dat toch komen?

Ik sla rechts af en kom op een heel mooi pad, als ik weer ergens rechts moet staat er zo’n betonnen Camino-Brabant-paal. Er heeft iemand een beeldje bijgezet van Maria. Wat lief.

Je ziet dat ik weer wat foto’s kan plaatsen. Dat komt omdat ik gisteren wat filmpjes van de site heb gegooid, die nemen wel heel veel GB’s in.

Dat leest toch wat lekkerder toch!

Ergens is nog een heel mooi Kapelletje, waar ook een stempel ligt: De Kapel van Onze Lieve Vrouw ter Sneeuw. Op een infobord lees ik waarom de Kapel is opgericht.

Zo slingerend door het landschap, soms over de weg, soms over paden, zoals die waar Wim Sonneveld over zong. “Langs het tuinpad van mijn vader…” Zo’n beeld heb ik van dat soort paden, trouwens geschreven door zijn vriend Friso Wiegersma, een Brabander uit Deurne..

Dus dat klopt wel. Ik ben teleurgesteld dat de route niet door Chaam loopt. Maar ik heb geen zin om om te lopen. Ik volg maar gewoon de markering. In de verte zag ik de kerktoren al, maar helaas komen we er niet in de buurt.

De route gaat door en het gaat weer door het mooie landschap hier. Heel open, mooie oude boerderijtjes en dan ineens kom ik bij een oude molen uit, eentje zonder wieken. Eronder wonen mensen.

Hij staat precies in een bocht en van waarschijnlijk hout van de molen hebben ze een mooie bank gemaakt. Ideaal om koffie te drinken en boterhammen te eten. Het zonnetje schijnt, heerlijk. Als ik door Chaam was gelopen, dan had ik waarschijnlijk ergens op een terrasje koffie gedronken. Maar die kan zeker-en-vast niet tippen aan die koffie-special van mij..

Ik neem de tijd om te pauzeren, het is twaalf uur en ben al vanaf half acht aan de wandel. Ik geniet. Heerlijk, hier zo te zitten, rondkijken, als een zwerver door het land te trekken. Dat gevoel van vrijheid, wat je voelt als je als pylger zo onderweg bent.

Dat! Dat gevoel is zo fijn.

Met dit gevoel zet ik de rugzak weer op, pak mijn stok en loop flierefluitend verder. De vogels zingen vrolijk mee.

Ik kom nog langs een paar prachtig oude boerderijtjes, de weg slingert weer door het Brabantse land en ik kom terecht bij een bos. Zo te zien weer een Landgoedbos of zoiets. Als ik op bordje kijk is dat ook zo: het zijn bossen van Baronie van Breda.

Weer kijk ik mijn ogen uit, vooral als ik een zijweggetje en insla. Links van me water, rechts het bos. Het lijkt of ze bovenste laag weggehaald hebben, zodat er een soort vennetjes zijn ontstaan. Prachtig. Er staat een bankje en ik ga het allemaal even in me op laten nemen. Al die schoonheid, al dat moois deze week. Genieten met een grote G….

Zo kom ik aan in Ulvenhout, ik twijfel of ik nog door zal gaan tot Breda. Maar dan moet ik daar camping gaan zoeken. Ik besluit om in Ulvenhout de camping op te zoeken.

Als de tent staat, ik onder de douche ben geweest, het wasje is gedaan ga ik nog even bij Jumbo boodschappen doen. Ik ga daarna nog wandeling door Ulvenhout maken. Zal ik nog met bus naar Breda gaan?

Nee, dat doe ik niet, ik blijf hier en morgen loop ik toch door Breda richting Kaatsheuvel. Dan zoek ik daar wel weer een camping beetje voor Kaatsheuvel. Nu rust.

Dat besluit geeft ook mij rust, ik bekijk het plaatsje, ga nog in de kerk kijken. Een mooie molen staat er ook.

Als ik terug ben op camping en in de tent ga rusten roept er iemand: “Is het goed dat ik hier mijn tent opzet?”Het blijkt een vrolijke fiets-pelgrim te zijn uit West-Friesland, net met pensioen én onderweg naar Santiago-de-Compostela. We kletsen en maken grappen over de camping. Samen koffiedrinken aan de picknicktafel.

Nou, leuk om nog een zielsverwant tegen te komen: en ook nog een die écht onderweg is: on-the-road to Santiago!

Morgen weer alleen verder. Nog drie daagjes, dan moet ik toch in Den Bosch zijn. Buurvrouw is nog wat langer onderweg.. Bofkont!

Daar gaat ie weer: etappe 9: Tilburg CS naar Baarle-Nassau..

15 mei 2023

Mei

hier sta je verlangend naar langzame lentes met schuchter geklapwiek …. en traag zwellende leven te snel soms het botten kijk, mei was weer hier.

Marijke van Hooff

Zo, lekker uitgerust weer verder. Lekker lui weekend gehad. Zaterdag nog wat geklust en de tuin gewerkt. En gisteren heerlijk lui: helemaal niks!

Ja, Feijenoord tegen Go-Ahead-Eagles op tv kijken, ook nog volleybal van Sneek tegen Utrecht en mountainbiken dames ergens in Tsjechië. Daar won een Nederlandse met de leuke voornaam Puck. Hoe verder heette weet ik niet meer.

Zo krijg je de zondag wel om. Beetje op de bank hangen, Koffiedrinken buiten. Ik had het Rijk alleen, want Ans was met Mien naar Antwerpen. Die kwamen ’s avonds terug.

En vandaag ga ik weer. Gisteren tussendoor alles weer ingepakt: tent, slaapzak, matje, campinggaz, wat minder eten, wat minder kleding. De rugzak staat weer klaar, alleen het drinken en nog wat bananen en brood moet erin.

Ans brengt me net als vorige weken weer naar station Reuver, ik ben daar langzamerhand vaste klant. Gelukkig is het in de trein naar Venlo wat minder druk. Vorige week kreeg ik mijn rugzak en stok er nog nauwelijks in naar Roermond. En toen kwam er ook nog een man met een fiets. Lastig als je met zware rugzak tussen die mensen staat en de trein remt of zo, je hebt geen houvast. Blij dat ik mijn stok (“Pico”) bij me had.

Maar vandaag kan ik lekker zitten. Wel niet in de coupé, maar op zo’n klapstoeltje bij de deur. Ook in de trein naar Eindhoven kan ik weer zitten: gelukkig! Om 10 uur ben ik in Tilburg, dan nog naar de Heuvelse kerk in het centrum van Tilburg en dan kan de 9e etappe beginnen naar Baarle-Nassau. Ben benieuwd. Als het weer zo is als vorige week dan wordt het een leuke week. Het regent in ieder geval minder en het is iets warmer…

In Tilburg loop ik als een streep naar de kerk waar je ik vorige week nog stempel haalde. Vanaf daar gaat het weer verder, zoals zo vaak op pelgrimstochten. Elke dag weer door. Ik had geluk met mijn weekendpauze.

Ik heb dit keer Komoot eens aangezet, kijken hoe dag gaat. Ik zet ook de navigatie er bij aan, maar kom er wel snel achter dat dat een batterijvreter is. Dan maar zonder navigatie, ik vond het in de stad wel handig als je die markeringen niet kunt vinden..

Nog in de stad kan ik mijn tweede stempel halen in een moderne kapel. Wel met heel mooie glas-in-lood-ramen.

Daarna duurt het lang voor ik de stad uit ben, gelukkig niet langs industrieterreinen. Wel door nieuwbouwwijken. Ik ben blij als ik een bospad inwandel. Ik word er gelijk zen van, de vogeltjes, het ritselen van de bomen en geen auto’s. Ja, in de verte hoor je de snelweg.

Er zijn maar weinig plekken in Nederland waar het écht stil is. Overal hoor je wel een vliegveld, een autoweg. Dat is me met wandelen van Pieterpad opgevallen, dat gebrek aan stilte in Nederland.

Ik loop gewoon vrolijk door, zie ergens een vrouw in gymkleding stretchoefeningen doen op een bankje. Ze stopt en vraagt waar ik mee bezig ben. Als ik over de #CaminoBrabant en over mijn gepylger naar Santiago vertel wordt ze helemaal enthousiast. “Dat wil ik ook!” Dat is toch wel iets wat je vaak hoort van mensen die je tegenkomt, dat ze ook zoiets willen doen Ik zou zeggen: “Goed idee, begin maar!”

We kletsen nog even en ik wandel weer verder, het is een lange etappe vandaag, meer dan 25 km. Misschien nog wel meer met camping zoeken enz..

Maar ik ben fit en loop lekker door, geen last van de rugzak. Het gaat lekker al vanaf ik dat bospad inliep. Jammer, op het eind van het bospad ga ik links een fietspad op. Geen zin asfalt. En het is zo’n fietspad zonder end. Kon wel een oud spoor zijn…

Niet de leukste paden om over te lopen. Ik ben dan na kilometers fietsers groeten moe en met mijn blik op oneindig ver, blij dat ik een bordje zie met een pijltje naar links. Ik loop lang de oever van een klein beekje, straks maar eens kijken hoe dat heet. In de verte zie ik een dorpje liggen. De oevers ze in weer mooi, vol fluitenkruid, zuring en boterbloemen.

Even opgezocht het dorpje is Riel en het riviertje heet de Leij. Omdat het nog vroeg is besluit ik door te lopen en niet Riel in te gaan. Kans is ook nog groot dat horeca op maandag dicht is. Niet erg, ik geniet van de mooie oever wandeling.

Ik passeer bungalows die gebouwd zijn aan de rand van het dorp. Sommige hebben een ruimte aan de achterkant met een fantastisch uitzicht op de Leij en het bos er achter. Niet gek om zo te wonen..

Ik kom bij een brug, waar ik linksaf moet. Ik zie dat Riel bij gemeente Goirle hoort. Goirle waar de opa en oma van Chris woonden.. Hij vertelde er soms over. Nou zit hij in Australië, eerst Nieuw-Zeeland en sinds een week of zo in Australië. Die geniet er van én gelijk heeft hij.

Bij het laatste huis van Riel ga ik rechts een zandpad in. Het is er echt heel mooi, een schitterend natuurgebied. Riels Laag en Riels Hoefke. Ik kom vandaag twee vogelspotters tegen. Want die zitten hier, vogels…ik hoorde weer de koekoek.. elke keer word ik daar blij van. Dus houd je alleen op plekken waar het stil is, ver weg van de stad.

Er staan op plekken stenen met gedichten erop. Voor elke maand van het jaar een gedicht. Het gedicht Mei, daar ben ik deze blogpost mee begonnen. Mooi en poëtisch, net zoals het landschap. Mooie oude grillige eikenbomen, vennen, heel open.

Ik ga even zitten op een van die stenen, rugzak even af en een boterham. Wat drinken, geen zin om koffie te zetten, dan maar koude ijsthee. lekker fris. Het is vandaag niet koud, maar het zonnetje komt er bijna niet door..

Ik loop het bos uit, sla een weggetje in en zie links in het bos een beeld van Maria. Een stempelpost! Op een bordje staat dat iemand dit hier geplaatst had omdat hij beter werd, terwijl de verwachting anders was.

Ik ga even op een bankje zitten die er bij staan, de stempel zit in zo’n koker met een draaideksel.

Dan loop ik door en kom in een heel groot Rhododendron-bos. Ze beginnen net te bloeien. Hier moet wel iets van een landgoed ofzo zijn geweest. Zoveel Rhododendrons zie je niet vaak in Nederland. Dat is meer Ierland of Engeland, aan de kust. Een plaag..

Het schijnt dat de adel die planten meegenomen heeft uit India en dat die toen gingen woekeren. Ook in Nederland zie je die struiken vaak bij oude landgoederen. Maar blijkbaar hebben wij niet zo’n klimaat als in Ierland of Engeland, dat die gaan woekeren.

Ik vond het wel mooi daar aan de kust, tien Ans en ik er eens waren was de hele kust rose en paars..

Genoeg over Rhododendrons, ik loop er uit en er staat gelijk een bordje: Landgoed De Hoevens. Nou, dat was ook te zien, prachtige statige grote bomen, beukenbomen en meer kleuren. Maar ook productiebos, waar eiken o van die percelen staan met allemaal slootjes er door heen. Ik krijg weer jeugdherinneringen: Gaasterlân! Ook daar werden de bossen aangelegd door de plaatselijke adel. Ook zoals hier: lanen met die grote bomen, maar ook productiebos.

Ook hier kom ik weer vogelaars tegen. Het is indrukwekkend mooi landschap. Water, vennetjes, die grote mooie beukenbomen, nu allemaal frisgroen.. En ik? ik loop er door met mijn mond open, zo mooi..

Ik maak een foutje en moet wel kilometer teruglopen om weer op het juiste pad te komen. (Het lijkt het leven wel). Nou, dat pad was niet veel. Op zich paden door akkervelden, maar die tractors hadden de hele boel kapot gereden en het was allemaal mul en slecht te belopen, helemaal met rugzak.

Was dan ook blij toen ik op de grote weg kwam, die richting Baarle-Nassau ging. Dat was nog wel vier kilometer ofzo. En ik zat er een beetje door zoals gewoonlijk.

In Baarle-Nassau eerst maar een stempel gehaald, maar ik was nondeju in de verkeerde kerk, de Sint-Remigiuskerk, de Belgische volgens mij in Baarle-Hertog. Dus weer verder naar de Onze-Lieve-Vrouwe-van-Bijstand in Baarle-Nassau en daar was wel een stempel.

Ik blij én gauw door naar de Jumbo, wat eten voor vanavond en morgen kopen. Het was ondertussen al vijf uur geweest. Nu nog een camping..

Nou dat was ook nog een uur lopen, maar om het positief te houden: dan heb je ook wat! Mini-Camping De Wielewaal.. Er is een ruimte waar je ’s avonds kan zitten! Ik blij.

Eerst tent op, het gaat hard waaien en zelfs regenen. Na de douche kook ik me wat terwijl ik met de muts op in mijn slaapzak zit. Voel me hier wel een vreemde pylger-eend in de bijt, om me heen alleen maar ANWB-stelletjes in caravan met voortent en de electrische fiets in de schuur. Nou ze doen maar.

Laat mij maar pylgeren, dan voel ik mij lekker. Die caravan of camper komt misschien ook nog wel eens, als ik ouder ben, net zoals die electrische fiets. En dan op je 80ste op de electrische fiets naar verre pelgrimsoorden pylgeren. Dag lijkt me wel wat.

Maar eerst nog maar zo. Morgen richting Breda.

P.S. Foto’s plaatsen gaaf nu helemaal niet meer… Wel jammer…